Yoghurt
- sopnietje
- 25 mei 2015
- 3 minuten om te lezen
“Yoghurt!”
Yoghurt was zijn grote zwarte kraag aan het schoonmaken. Suf keek hij op.
“Yoghurt, psst, hier ben ik!”
Zijn oortjes draaiden naar links, waar het geluid vandaan kwam. Daar in zijn ooghoek zag hij Rik. Yoghurt keek naar zijn kraag en nam een grote, natte lik over het witte vlekje onder zijn kin. Zijn vacht zat weer prachtig vandaag.
“Yoghurt, kom nou!”, riep Rik.
Yoghurt stond op, stak zijn poezenbillen in de lucht en strekte zijn voorpoten langzaam voor zich uit. Hij nam een aanloopje en sprong een meter de lucht in, bovenop de grote blauwe dakkapel van de buren. Als een koorddanser liep hij over het randje van het dak en in een mum van tijd stond hij recht voor Rik in het raamkozijn.
“Kom je me helpen vanavond?” zei Rik terwijl hij met zijn hand achter de oor van de kat kriebelde.
Dat liet Yoghurt zich geen twee keer zeggen. “Is het al klaar?”
“Bijna. Kom, dan kun je je hier verstoppen. Ik fluit als je mag komen.”
Yoghurt sprong van de vensterbank op het grote bureau. Zijn staart raakte een pennenbakje.
“Pas op! Mama mag niet merken dat je er bent, dan stuurt ze je weg! Ik ga nu naar beneden.”
“Oke.” Yoghurt liep pootje voor pootje het bureau af via de stoel en zocht een donker plekje onder het bed uit om te wachten.
Er leken wel uren voorbij te zijn gegaan toen hij een schel fluitgeluidje hoorde. Verward keek Yoghurt op van zijn middagdutje. Fuuut! Hij hoorde het goed. Het was tijd. “Voorzichtig Yoghurt, niet te snel.” Fluisterde hij zachtjes tegen zichzelf. Hij was niet altijd de handigste kat geweest. Hij liep naar de overloop, keek om het hoekje en trippelde zachtjes de eerste treden af. Hij kende het huis al op zijn pootje, tenminste, de weg naar beneden dan. Twee trappen moest hij af, eerst achttien treden, dan het korte halletje naar links en nog vierentwintig treden de trap af naar beneden. Daar wachtte hij even in de gang. De hele familie zat al aan tafel. Hij kon net acht benen tellen door het spleetje onder de deur. Dit was het moment. Hij nam een sprintje om de deur en vloog zo onder de tafel. Pfoe. Nu maar hoopte dat het lukte. En ja hoor. Daar verscheen de hand van Rik. Zes grote spruitjes rolden uit zijn hand. Vlug stak Yoghurt zijn pootjes uit om de spruitjes tegen te houden. In zes happen slokte hij ze allemaal op. Nog nasmullend likte hij de restjes van zijn pootjes. Een voor een stak hij zijn ruwe tong tussen zijn tenen, maar het was toch echt allemaal op nu. Teleurgesteld keek hij naar zijn schone poot. Flats! Een dikke klodder viel bovenop zijn hoofd. De witte brij druppelde langs zijn oor en belandde in zijn kraag. Met een vies gezicht keek hij omlaag. Hij ging met zijn tong over zijn vacht. Een zure smaak vulde zijn mond. Zo te proeven waren ze bij het toetje beland. Het plan was gelukt, hij was hier weer uitgegeten. Snel stak hij zijn hoofd onder de tafel uit en keek of niemand hem zag. Met een sneltreinvaart sprintte hij richting de achterdeur, die op een kiertje stond. Buiten adem plofte hij neer achter een bosje. Trots keek hij naar de witte vlek in zijn vacht. Yoghurt had zijn naam weer dubbel en dwars verdiend vandaag.
Comments