Tess
- sopnietje
- 14 mrt 2015
- 5 minuten om te lezen
Lang, lang geleden had ik een meisje. Ze was betoverend, zoals meisjes dat soms kunnen zijn. Haar naam was Tess. Een meisje als Tess heb ik daarna nooit meer gehad.
Amper zeventien jaar was ik, toen ik Tess ontmoette. Het was op een feestje. Eigenlijk viel ze me niet op, ik was te druk met andere meisjes. Tot zij ineens voor me stond.
“Wie ben jij dan, ladiesman?”, zei ze zelfverzekerd.
“Eh, Ronald, jij?”, antwoordde ik ietwat overdonderd.
“Oke.” En weg was ze.
Oke? Dat was het? Het maakte iets in me los, sterker nog, een week later vrat het nog steeds aan me. Wie stelt zich nou voor en loopt daarna meteen weg? Via via kwam ik erachter wie Tess was. Ze was onlangs in de buurt komen wonen, verhuisd van ergens uit de Randstad naar dit kleine Brabantse gehucht dat zich ‘stad’ mocht noemen. Ze werkte in een koffiezaakje in het centrum, en daar was het dat ik haar voor de tweede keer zag.
Daarna ging de tijd als een wervelwind. Binnen twee weken waren onze levens met elkaar verweven dat het leek alsof we nooit zonder elkaar waren geweest. Ze was een beetje gek. Zo hield ze van insecten, die ze zo nu en dan ging vangen in het park, of gewoon in de tuin. Ik herinner me nog precies de dag dat zij zei dat ze door mij insectjes had die eeuwig in haar leefden. Dat was haar manier van zeggen dat ze verliefd was, ze had vlinders in haar buik. Ook hield ze van onweer, en voetenbadjes buiten in de regen. Ik kan beter zeggen dat ze van de wereld hield.
Alles deden we samen, met Tess zat je niet stil. Het was het begin van de zomer en buiten haar baantje lag met die vrijheid de wereld aan onze voeten. We waren impulsief, pakten bijna wekelijks een willekeurige trein die ons leidde naar het onbekende. Toch wist zij ons stiekem bijna altijd richting het strand te leiden. Zij genoot van de zeelucht, het geruis van de golven en de wind door het helmgras. Mij maakte het niet uit waar wij gingen, zolang ze zich diezelfde avond maar weer in mijn armen nestelde en ik mijn neus in haar donkere kruin kon stoppen. Man, wat was ik verliefd.
Slechts één keer kregen we ruzie. We waren samen in de kroeg, zij met haar vriendinnen, ik met mijn vrienden. Dat deden we vaker en het ging altijd goed. Maar die avond zag ik haar ineens weglopen. Alleen, zonder haar vriendinnen. Ik besloot haar achterna te gaan en zag haar buiten op straat. “Tess? Wat ga je doen?”
“Rot op!” riep ze fel.
“Hoezo rot op?”
“Ik hoef je niet meer te zien.”
Ze haastte zich naar huis. Ik probeerde haar bij te benen, maar was niet al te snel meer door de drank. “Wat is er nou aan de hand Tess?”, zei ik toen we vlakbij haar huis waren en ze haar pas iets inhield.
Ze draaide zich om. “Je houdt niet meer van me! Ontken het verdomme niet, lul! Ik zag het aan je ogen!”
Ik probeerde toenadering te zoeken, maar dat werd bruut afgewezen.
“Rot op! Blijf van me af!”. Ze draaide zich weer om en liep verder.
Ik volgde haar. Bij haar voordeur stopte ze en keek me aan.
“Sorry, het sloeg nergens op”, zei ze, en ze gaf me een kus. “Sorry.” Ze draaide de sleutel om in het slot en nam me mee naar binnen. Ik heb nooit ontdekt wat haar die avond dwars zat, ik heb het nooit meer gevraagd.
Haar vreemde trekjes en onvoorspelbaarheid nam ik voor lief, ik hield er zelfs van. Maar wat ik echt gek vond, was dat onze romance zo heftig, maar toch platonisch was. Éénmaal had ik haar gevraagd waarom ze nooit seks wilde. Ze vond het beestachtig, zei ze. Mijn vrienden verklaarden me voor gek.
“Heb je haar nou nog niet genaaid?”, kreeg ik meermaals naar mijn hoofd geslingerd.
Omdat ik die opmerkingen, bijna verwijten, niet wilde horen, stopte ik na een tijdje met vertellen over haar. Ik dacht dat het was om haar te beschermen, om niets af te doen aan haar. Maar nu denk ik dat het schaamte was.
Toch kwam die dag, aan het einde van de zomer. De komst van een nieuw schooljaar gaf haar de kriebels, alsof het leven dan het leven niet meer zou zijn. Ze nam ontslag bij het koffietentje waar ze werkte en wilde nóg meer van elkaar genieten, zoals ze me vertelde. Alsof we dat nog niet genoeg deden, dacht ik achteraf. We namen de trein richting Oostkapelle, onderweg was ze stil. Eenmaal daar was het een dag als alle andere. We lagen in het zand, liepen langs de branding en dronken een biertje bij een strandtent. Toen de schemering viel wilde ze nog niet naar huis.
“Laten we een supermarkt zoeken en wat flessen wijn halen.”
“We moeten wel de treintijden in de gaten houden hè.”, zei ik.
“Maakt niet uit.”
Ik stemde in en even later zaten we tussen de duinen in het zand. We dronken, zoenden, lachten en praatten over alles wat in ons opkwam.
Toen was de wijn op. Het was intussen donker, het maanlicht scheen op haar gezicht. Zachtjes streelde ik haar gezicht en liet mijn hand afglijden naar haar hals. Ik kuste haar, ze kreeg kippenvel. Voorzichtig liet ik mijn hand nog iets lager gaan. Mijn vingers raakten haar tepel, die door haar shirtje te voelen was. Ze stribbelde niet tegen. Ik deed haar shirtje iets opzij en kuste haar borst. “Wil je?” vroeg ik haar.
Ze boog haar gezicht naar het mijne en antwoordde met een intense zoen. Ik liet mijn handen over haar borsten glijden, van haar borsten naar haar rug, over de glooiing van haar ruggengraat en richting haar billen. Ze trok me tegen haar aan. Voorzichtig trok ik haar shirt uit en opende ik haar bh. Wat waren ze mooi, haar borsten. Ik had ze eerder gezien, maar nog nooit zo intiem. Ik liefkoosde ze een voor een en ging al kusjes gevend richting haar navel. Ruw trok ze me omhoog en begon me te zoenen. Nu was het haar beurt. Ze sloeg haar hand op mijn bil, kneep erin en begon aan mijn riem te frutselen. Handig maakte ze hem open, ritste mijn broek open en pakte mijn stijve lul vast. Haar hand trok mijn huid op en neer. Met haar vingers reikte ze naar mijn ballen, die ze zachtjes masseerde terwijl ze met haar andere hand mijn lul overnam. Ze trok mijn broek en onderbroek uit en begon toen aan haar eigen broeksknoop.
“Laat mij maar”, zei ik opgewonden.
Ik ritste haar broek open, deed haar slipje omlaag en likte haar venusheuvel. Ze huiverde. Voorzichtig verkende ik haar schaamlippen met mijn tong, tot mijn gezicht weer omhoog getrokken werd.
“Neem me”, kreunde ze ongeduldig, terwijl ze me zoende.
Ik spreidde haar benen, duwde mijn wijsvinger en ringvinger tussen haar lippen en maakte haar nat. Ik kuste haar, boog me over haar heen en duwde mijn lul bij haar naar binnen. Ze zuchtte, kreunde en sloeg hier en daar een kreetje. Het maanlicht maakte haar nog mooier dan ze al was. Terwijl haar nagels in mijn rug stonden, kwam ik in haar klaar.
In een roes liet ik me die avond mee terugvoeren naar de trein, waar we net als op de heenweg weinig zeiden. Ik was overdonderd, verliefder dan ooit. We kropen tegen elkaar aan, ik genoot van haar ademhaling. Eenmaal thuis gingen we ieder onze eigen weg naar huis. Dat was de laatste keer dat ik Tess heb gezien.
Comentarios